Direct naar inhoud

Hoog contrast

Hoog contrast

“De geallieerden wilden de bezette luchthaven van Deurne sparen”

De luchthaven van Deurne bestaat honderd jaar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het Antwerpse vliegveld ingepalmd en uitgebreid door de Duitse bezetter. Enkel in het begin van de oorlog voert men vanuit Deurne aanvalsvluchten uit. Vanaf begin 1941 worden er vooral vliegtuigen hersteld en gereviseerd. Auteur Jean Dillen, gepassioneerd door de luchtvaartgeschiedenis, schetst de oorlogsjaren van de luchthaven.

Wanneer er in 1939 dreigende wolken over Europa trekken, gaat het Belgische leger over tot de mobilisatie. In Deurne komt er een eenheid met vliegtuigen van het type Fairey Fox. Om de Duitsers en hun handlangers te misleiden, construeert het leger hulpvliegvelden verspreid over het land. Op 10 mei valt Duitsland België en Nederland binnen”, vertelt Jean Dillen. “Maar in de nacht van 9 op 10 mei zijn de Belgische inlichtingendiensten al gealarmeerd. Wat weinigen weten is dat in die nacht de evacuatie van de Belgische militairen en hun vliegtuigen van Deurne naar Hingene plaatsvindt. Als de laatste Belgische militairen klaarstaan om te vertrekken, doemt de eerste Duitse bommenwerper al op. Bij de Duitse bombardementen op 10 mei blijft de luchthaven zelf gespaard, maar in de omgeving vallen er wel dodelijke slachtoffers. Onder meer de psychiatrische instelling Sint-Amedeus in Mortsel werd zwaar getroffen.” 

Vliegtuig aan de grond

Een Duitse bommenwerper (type Gruppe Dorniers) staat klaar op de luchthaven van Deurne om volgeladen met bommen richting Londen te vertrekken. (collectie Jean Dillen)

Aanvallen op Engeland
Na enkele dagen palmt de Duitse bezetter de luchthaven in. In de eerste oorlogsmaanden beginnen vanuit Deurne aanvallen op het geallieerde front. Jean schetst hoe de Duitse blitzkrieg eruitziet. “Duitse Stuka's (vliegtuigen van het type Junkers Ju 87 - red.) vliegen voorop en leggen de frontlinie plat. Ze worden daarbij beschermd door jachtvliegtuigen. Als de rook is opgetrokken, komen de tanks. Achter het front waaieren die tanks uit en breken ze dat front verder open. Vervolgens vallen de Stuka's het volgende obstakel aan.”

“Deurne maakt deel uit van een keten van luchthavens van Biarritz tot Noorwegen. Van hieruit wil Duitsland Engeland aanvallen. Meteen na de inname breiden de Duitsers het vliegveld verder uit: tot aan de Vosstraat aan de ene kant en tot aan de militaire baan (de huidige R11 - red.) aan de andere kant. Prefabhangars worden in ijltempo opgetrokken. De start- en landingsbaan loopt dan nog dwars op de huidige baan. Maar die is te kort voor de bommenwerpers. Daarom wordt de baan verlegd naar de plek waar die nu nog steeds ligt. Zo komt het dat de baan niet in de meest gunstige richting ligt met oog op de overheersende windrichting.” 

Gecamoufleerd gebouw

Meteen na de inname door de Luftwaffe wordt het luchthavengebouw gecamoufleerd. (collectie Jean Dillen)

Van juni 1940 tot eind februari 1941 verblijft de 2e Gruppe van Kampfgeschwader 3, (II/KG3, de Gruppe Finsterwalde) in Deurne. Tot drie keer per dag vertrekken de bommenwerpers naar het westen. “De mensen die rond het vliegplein wonen, tellen de opstijgende en landende vliegtuigen”, vertelt Jean. “Als er minder vliegtuigen terugkeren dan er ’s ochtends vertrokken zijn, gaan ze ervan uit dat de mankerende toestellen gesneuveld zijn. Wat ze niet weten, is dat de Duitsers vliegtuigen om tactische redenen afleiden naar andere vliegvelden. Dat verklaart vaak het lagere aantal terugkerende vliegtuigen.”

Herstelling van Messerschmitts
Begin 1941 worden de bommenwerpers van gevechtseenheid Kampfgeschwader 3 (II/KG3) vanuit Deurne naar Zuid-Europa verplaatst. Voor de Deurnse luchthaven gaat een nieuwe tijd in. Vanaf dan worden er geen aanvalsvluchten meer georganiseerd, maar vliegtuigen hersteld en nagekeken, met name de Messerschmitt 109-jachtvliegtuigen. Ook wordt Deurne een tussenlandingsplaats. “Om de productie van de Messerschmitts op peil te houden, wordt die ook in licentie gegeven aan bedrijven”, aldus Jean. “Eén daarvan is Erla. In de leegstaande Minerva-fabriek in Mortsel herstelt en reviseert het bedrijf de vliegtuigen. De herstelde exemplaren worden gecontroleerd tijdens proefvluchten vanuit de luchthaven van Deurne.”

Tot september 1944 blijft Erla in Deurne actief. In die periode worden drieduizend vliegtuigen gereviseerd. Al die tijd is het aantal geallieerde aanvallen op de luchthaven al bij al beperkt. “De Engelsen voeren eerder speldenprikken uit”, zegt Jean. “Harassments (intimidaties) noemen ze die. Grote aanvallen blijven uit, ze willen de luchtafweer intact houden. Zo willen ze de Duitsers verplichten hun luchtafweer ter plaatse te behouden.” De Erla-fabriek in Mortsel wordt wel hevig bestookt. Op 5 april 1943 laten Amerikaanse bommenwerpers een enorme hoeveelheid bommen vallen op de fabriek en de omliggende woonwijk. De tol is loodzwaar: 936 mensen laten het leven.
 

Bunker met daarachter groot woongebouw

De bunker ten noorden van de luchthaven van Deurne bestaat nog steeds. (collectie Jean Dillen)

Commandobunker
Verborgen op een privédomein ten noorden van de luchthaven bevindt zich vandaag nog steeds een Duitse bunker. Het is volgens Jean een uniek exemplaar. “Er bestaan maar twee gekende exemplaren van dit type bunker. Het andere staat in Hemiksem, die bunker kan je wel bezoeken mits toestemming van de eigenaar. De Duitsers bouwen de commandobunker in Deurne voor het geval het luchthavengebouw zou worden gebombardeerd. Omdat de verkeersleiding het vliegveld moet kunnen zien, mag de bunker niet onder de grond zitten. Het dak is zeer dik, bestand tegen een bombardement. Binnenin is er ruimte voor batterijen om enkele uren verder te kunnen. In het beton zitten nissen voor radioapparatuur. De stroom komt van een speciale hoogspanningscabine op het domein Drakenhof. Van binnenuit kan men een granaat naar buiten laten rollen door een buis. De bunker kan men zodanig camoufleren dat hij op luchtfoto’s haast niet te zien is.”

Pronostiek
Naar het einde van de oorlog wordt gespeculeerd over de Duitse aftocht, weet Jean. “Belgische arbeiders die op de luchthaven werken, organiseren een pronostiek. Iedere deelnemer gokt op de datum waarop de geallieerden zullen landen. De inzet is 2 frank, de winnaar krijgt alles. De pronostiek gebeurt gewoon in het openbaar. Na verloop van tijd doen zelfs Duitse piloten mee.”

Militairen poseren voor een vliegtuig

Na de Duitse aftocht nemen de geallieerden de luchthaven van Deurne in. Hier poseren de piloten van het 193e RAF squadron voor een Typhoon-vliegtuig. (collectie Jean Dillen)

Als de geallieerden na de Duitse aftocht de luchthaven overnemen, ondersteunen ze van daaruit de bevrijding van Nederland. Wanneer Antwerpen wordt bestookt met V-bommen blijft ook Deurne niet gespaard. Tussen de zestig en de tachtig V-bommen vallen op de luchthaven. In het dagboek van het Franse squadron van de RAF (Royal Air Force) dat op de luchthaven is gestationeerd, wordt de impact van die bominslagen duidelijk, schetst Jean. “Elke dag worden daarin de operaties van het squadron genoteerd. Plots stopt die lijst. Een tijd later schrijft iemand in het dagboek dat de persoon die normaal gezien het dagboek bijhoudt onder het puin ligt na een bominslag. Dat is tekenend voor hoe het leven toen was.”

Na de oorlog wordt de startbaan gebruikt als opslagplaats voor voertuigen en kanonnen. In september 1946 komt de luchthaven van Deurne weer in Belgische handen. Een dik jaar later kan men weer regelmatig vliegverkeer organiseren. Het zal uiteindelijk tot 1949 duren voor de luchthaven weer helemaal hersteld is.
 

Cookies opgeslagen