27 mei 1941. In het centrum van Hoboken protesteren 800 mensen, voornamelijk vrouwen. Openlijk is het protest gericht tegen de honger die de bevolking teistert. Maar achter deze en vele andere vrouwenprotesten schuilt een vorm van verzet tegen de Duitse bezetter. Pas vrij recent erkent de geschiedschrijving deze protesten als een vorm van verzet.
In de lente van 1941 worden over het hele land voedselprotesten georganiseerd. Het zijn vrouwen die de protesten organiseren. De hongersnood en de miserie na één jaar oorlog laten zich duidelijk voelen. Het is een vruchtbare voedingsbodem voor de protesten die zich vooral afspelen in steden en gebieden met veel industrie. Dat is niet toevallig, want achter de protesten schuilt een brede campagne van de communistische partij. En die staat sterk in die gebieden. Michèle Corthals (UAntwerpen) heeft de communistische verzetspers bestudeerd, meer bepaald La Voix des Femmes en de Nederlandstalige variant De Stem der Vrouw. Ook is ze op zoek gegaan naar de netwerken van vrouwelijke communistische militanten die vrouwen ronselen om te gaan betogen.
“Mannen zouden nooit op die manier openlijk kunnen betogen zonder hardhandig te worden aangepakt door de Duitse bezetter. Maar vrouwen, die in het gezin vaak verantwoordelijk zijn voor het levensonderhoud, worden door de publieke opinie niet als bedreigend gezien. Hardhandig optreden tegen vrouwen zou niet worden getolereerd. De bezetter ziet hun protesten wel als bedreiging van de stabiliteit van het land. Ook weten de Duitsers heel goed dat de communistische partij achter de protesten zit. Toch worden in de betogingen geen politieke boodschappen verkondigd. Op dat ogenblik geldt nog het Niet-aanvalsverdrag tussen de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland. Officieel zijn het op dat ogenblik nog bondgenoten.”
Doordat de protesten geen openlijk politiek karakter hebben, worden ze door velen niet gezien als verzetsactiviteiten. Men zet ze in de rij van de hongerprotesten zoals die al vele eeuwen bestaan. En het is zeker ook zo dat niet alle deelnemers in Hoboken of op andere locaties zich ervan bewust zijn dat ze meestappen in een politiek gestuurde verzetsactie. Toch zijn deze protesten wel degelijk meer dan een uiting van onvrede over de heersende honger, zegt Michèle Corthals. “Zoals de communistische vrouwelijke militanten pamfletten en clandestiene kranten verspreiden, zo gebruiken ze de protesterende vrouwen als fysiek propagandamiddel. En met pamfletten die worden ondertekend door 'uwe kommunistische vriendinnen' is het wel duidelijk uit welke richting de wind waait. Dat is ook de politie niet ontgaan.”
Arrestaties
De Duitse bezetter blijft de vrouwen achter de protesten niet ongemoeid laten. Op 22 juni 1941 valt nazi-Duitsland de Sovjet-Unie binnen en sneuvelt het Niet-aanvalsverdrag. In dezelfde periode gebeuren er onder de naam Operatie Zonnewende in België vele arrestaties van communisten. Ook organisatoren van vrouwenprotesten worden opgepakt. Anderen kunnen nog een tijd uit Duitse handen blijven. Zo is er Gilberte Borgers, de leidster van de communistische vrouwenbeweging en een voormalige kandidate op de lijst van de Kommunistische Partij van België (KPB). “Tijdens de protesten in Hoboken op 27 en 28 mei is ze aanwezig”, vertelt Michèle Corthals. “Ze beseft dat ze gevaar loopt. Ze draagt daarom geen spandoek en gaat niet mee met een delegatie protesterende vrouwen naar de burgemeester. Ook roept Gilberte Borgers zelf geen slogans, maar zegt ze wel aan andere vrouwen wat die moeten roepen. Meteen na het protest in Hoboken duikt ze onder. In de streek rond Roeselare is ze nog actief voor de communistische partij. Ze voert er propaganda, organiseert er vermoedelijk ook voedselprotesten en werkt voor de verzetsbeweging Gewapende Partizanen. Uiteindelijk wordt ze in Rumbeke gearresteerd.”
Gilberte Borgers zal haar deportatie niet overleven. Dat doet Maria Govaerts wel, zij keert levend terug uit Ravensbrück. Zij wordt geronseld door Borgers en organiseert een vrouwenprotest in Deurne, de eerste grote actie in de rij. Govaerts staat aan het hoofd van het volkscomité van Deurne en gaat van deur tot deur om vrouwen voor dat comité te ronselen. De leden van dat comité motiveren andere vrouwen in hun omgeving om mee op straat te komen.
Erkenning als verzet
De grote golf van vrouwenprotesten is na mei 1941 voorbij. In Antwerpen zijn er vermoedelijk zelfs geen meer. Elders vinden er nog wel plaats, maar een georganiseerde propagandacampagne zit er niet meer achter. En net die propaganda maakt van de vrouwenprotesten een vorm van verzet, zegt Michèle Corthals. “In de communistische pers wordt de zorgende rol van de vrouw benadrukt en worden vrouwen opgeroepen om vanuit die rol propaganda te voeren. De protesten steunen op clandestiene vrouwennetwerken die in het begin van de bezetting gezinnen van gearresteerde mannen helpen. Vanuit de communistische partij wordt hiervoor de organisatie Solidariteit opgericht, die volledig wordt geleid door vrouwen. Gaandeweg helpen deze netwerken ook personen die in de illegaliteit werken en politieke gevangenen onderduiken.”
“Onderduiken wordt in België meteen na de oorlog erkend als een vorm van verzet. Toch beschouwen sommige historici lange tijd de acties van de vrouwennetwerken als humanitaire hulp of enkel als hulp aan verzetsacties. Dat heeft veel te maken met de manier waarop het verzet wordt erkend na de oorlog. Erkenning en een financiële vergoeding kan men enkel krijgen als lid van een verzetsgroep. Er wordt een lijst van erkende verzetsgroepen samengesteld, zoals het Onafhankelijkheidsfront. De organisatie Solidariteit ziet men als een onderdeel daarvan, al is die al eerder opgericht. Het verhaal van het Onafhankelijkheidsfront wordt eigenlijk vooral na de oorlog geschreven. In die context noemt men de vrouwenprotesten niet in de erkenningsdossiers. En aangezien die dossiers een belangrijke bron zijn voor onderzoek naar het verzet, blijven de protesten onder de radar van onderzoekers. Het is ook zo dat tot in jaren 90 vooral mannen de geschiedenis schrijven, met heel weinig interesse in de rol van vrouwen in het verzet. Dat onderzoeksgebied ontstaat pas in de jaren 90, maar dan is de verzetsgeschiedenis al gedurende vijftig jaar geschreven.”
“Mannen worden eerder erkend als lid van het verzet dan vrouwen. Het gebeurt dat in een koppel zowel de man als de vrouw actief zijn in het verzet. Maar enkel de man wordt erkend, de vrouw moet het stellen met een bedankbrief. Vrouwen doen vaak geen aanvraag voor erkenning als lid van het verzet. Er zijn er die zich schamen voor hun engagement. Zeker hulp bij wapentransporten wordt gezien als een actie waarmee ze hun gezin in gevaar brengen. Je mag ook niet vergeten dat het na de bezetting nog vier jaar duurt voor vrouwen stemrecht krijgen. Ze worden niet gezien als politieke actoren, terwijl verzet in elke vorm een politieke actie is. Ten slotte is het enkel de communistische partij die expliciet vrouwen ronselt tijdens de oorlog. Maar na de bevrijding begint de Koude Oorlog. In die context willen veel vrouwen niet naar voren treden als lid van een communistische verzetsorganisatie. Dat alles neemt niet weg dat de vrouwenprotesten wel degelijk verzetsactiviteiten zijn en dat we ze als dusdanig moeten erkennen.”
Bekijk de lezing van Michèle Corthals tijdens de studiedag ‘Steeds vereenigd? Verzet in Antwerpen tijdens de Tweede Wereldoorlog’ van 10 mei 2023.