In de eerste helft van de vorige eeuw behoorden de Antwerpse voetbalclubs Beerschot, Antwerp en Berchem tot de Belgische top. Tijdens beide wereldoorlogen vielen er verschillende slachtoffers onder hun leden. In dit artikel staan we stil bij de monumenten die de drie clubs voor hun gesneuvelde leden hebben opgericht.
Monument aan het Beerschotstadion
We beginnen op het Kiel, want daar vind je het enige monument dat vandaag nog bestaat. Vlakbij de hoofdingang van het stadion staat een monument met de namen van 41 leden van de verschillende sporttakken van den Beerschot, want naast voetbal werd er ook aan atletiek, tennis en hockey gedaan. Het gaat om clubleden die omgekomen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog: militairen, burgers, verzetslui en politieke gevangenen. Onder hen ook slachtoffers van de bombardementen van V-bommen, zoals de beruchte bom op de Rex-bioscoop aan de De Keyserlei.
De namen lees je in alfabetische volgorde op twee platen die na de oorlog een plaats kregen naast het herdenkingsmonument dat er al stond. Dat is een werk van beeldhouwer Albéric Collin en herdenkt de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Het werd ingehuldigd op 15 oktober 1922, meer dan honderd jaar geleden.
Monument aan het Bosuilstadion
Op 1 november 1923 werd het gloednieuwe Bosuilstadion in Deurne-Noord ingehuldigd met een interland tussen België en Engeland. Een eenvoudig en aangrijpend monument voor de elf gesneuvelde leden in de Eerste Wereldoorlog maakte vanaf het begin deel uit van het stadion. Decennialang sierde het de doorgang tussen de vijver en Tribune 1. Na 1945 werden er 24 namen van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog toegevoegd.
De Latijnse spreuk "Dulce et decorum est pro patria mori" (“Hoe zacht en eervol is het te sterven voor het vaderland”) verwijst naar een leuze van de Romeinse dichter Horatius. Deze spreuk werd tijdens de Eerste Wereldoorlog verwerkt in een gedicht door soldaat Wilfred Owen en postuum gepubliceerd in 1920.
Rond 1980 werd het volledige monument afgebroken om plaats te maken voor de uitbouw van de Antwerp Century Club, dat er kwam ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van Antwerp. Door de slechte staat van het beton werd het monument voor de oorlogsslachtoffers gesloopt.
Ereplaat aan het stadion van Berchem
Het stadion van Berchem verscheen aan het Rooi eind jaren twintig van de vorige eeuw, samen met een bronzen gedenkplaat voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, verwerkt in de erepoort. Na de Tweede Wereldoorlog werd beslist om een aparte gedenksteen te maken voor de in die oorlog gesneuvelde leden van de club. Op 21 juli 1946, de nationale feestdag, werd er aan Berchem Stadium (later omgedoopt tot het Ludo Coeckstadion, verwijzend naar de bekende ex-speler) een ereplaat onthuld ter herinnering aan de leden van Berchem Sport die tijdens de Tweede Wereldoorlog hun leven gegeven hebben.
Een dag na de inhuldiging schreef de Volksgazet (22/7/1946):
“Bij deze gelegenheid had Berchem Sport eraan gehouden, de eereplaat te onthullen, die weldra in een bijzonder park aan den ingang zal worden opgericht. Nadat dhr. Burgemeester Colignon den nationale feestdag, dit jaar van bijzondere beteekenis, in een mooie aanspraak had onderlijnd, zou voorzitter Mr. Mullens, de plechtige inwijding der eereplaat inleiden. Hij deed het op ontroerende wijze en onder indrukwekkende stilte verwijlden aller gedachten bij de trouwe leden van geel-zwart, die voor land en ideaal hun leven geofferd hadden.”
De gedenkplaat van WOI ging rond 2000 verloren bij renovatiewerken. Journalist Jan Bartosik plaatste in 2018 nog een oproep in Gazet van Antwerpen om de gedenksteen alsnog terug te vinden, tot op heden zonder resultaat. Ook de gedenksteen van WOII geraakte verloren.