Antwerpse cinema Rex geraakt door V2
16 december 1944. Half vier in de namiddag. Cinema Rex op de De Keyserlei zit afgeladen vol. In de zaal speelt de Amerikaanse western 'The Plainsman'. Het publiek bestaat uit Antwerpenaren – mannen, vrouwen, koppeltjes – en gezien het vroege uur ook heel wat kinderen. Ook de in Antwerpen gestationeerde geallieerde militairen zoeken ontspanning. Plots stort het plafond in elkaar en vult een veelkleurige vlam de zaal. Enkele seconden lang is er enkel stilte. Dan volgt het gekrijs en geschreeuw van de honderden gekwetsten. Vele overlevenden zitten vast onder het puin. Indien ze er in slagen zich te bevrijden, zien ze dat de hele straat in puin ligt. De iconische cinema Rex is getroffen door een Duitse V2-bom.
Bij de V2-inslag in de Rex komen niet minder dan 567 mensen om, 291 raken gewond (foto: The Phoebus Foundation).
Een van de slachtoffers is de 25-jarige Victoria Simons.
Victoria groeit op en woont in de Antwerpse volksbuurt Zurenborg. Daar baten haar ouders een café uit op de Draakplaats. Ze ontmoet er de geallieerde soldaat Bill. Op 16 december willen ze samen naar de bioscoop gaan, naar de Trocadero op de hoek van de De Keyserlei en de Quellinstraat. Haar jongere zus Paula wil ook mee, maar haar moeder verbiedt dit. Die wil het jonge koppeltje tijd samen gunnen. Wanneer het gezin Simons hoort dat er een bom is gevallen op de Rex slaat de ongerustheid toe. Paula gaat op zoek in de stad. Uiteindelijk herkent ze het opgebaarde lichaam van haar oudere zus in de Antwerpse zoo. Waarom Victoria en Bill die middag kozen toch naar de Rex te gaan, blijft onduidelijk. Geen van beiden overleeft het drama.
Hulpverleners hebben het razend druk in de chaos na de inslag. Slachtoffers verzamelt men eerst op de hoek van de De Keyserlei en de Anneessensstraat. Later worden de overledenen overgebracht naar het Harmoniepark en de marmeren zaal van de dierentuin. De verschillende Antwerpse ziekenhuizen krijgen grote groepen gewonden binnen. Ziekenwagens voeren aanhoudend gekwetsten aan. Dokters en verplegers zijn continu druk in de weer om zo veel mogelijk levens te redden.
In het Stuivenbergziekenhuis in Borgerhout ziet de 13-jarige Marthe Govaerts het allemaal gebeuren.
Marthe is eerder, op 31 oktober, gewond geraakt bij de inslag van een V-wapen in de Sint-Rochusstraat te Deurne. Bij die aanval komen negen mensen om en raken er acht gewond. Vanaf de eerste inslag op 13 oktober 1944 nabij het Museum voor Schone Kunsten leeft de familie Govaerts net als vele andere Antwerpenaren onder de constante dreiging van de V-wapens. Marthe’s ouders kiezen ervoor om niet te vluchten naar het veiligere platteland. Wel zal hun dagelijkse leven zich steeds vaker afspelen in hun schuilplaats, de kelder onder het huis. Ze richten er slaapplekken in en verbergen kostbare goederen zoals zilverwaren en porselein onder de keldertrap. Op dinsdagochtend 31 oktober 1944 slaat het noodlot dan toch toe. Maar Marthe overleeft de inslag en komt er vanaf met een gehavend gezicht en een gebroken dijbeen. Terwijl dokters haar in het Stuivenbergziekenhuis verzorgen, blijft nazi-Duitsland Antwerpen met V-wapens bestoken. Wanneer het alarm loeit, verstopt Marthe uit angst haar gezicht onder haar hoofdkussen. Tot die bewuste 16 december 1944. Plots ligt haar ziekenkamer vol matrassen met gewonden van de Rex. De volgende dag sturen de dokters Marthe naar huis. Ze hebben haar bed nodig om de gekwetsten op te vangen. Haar ouders hebben ondertussen onderdak gevonden bij vrienden in Deurne. Snel moeten ze een nieuw leven uitbouwen.
Niettegenstaande Antwerpen sinds de eerste V2-bominslag op 13 oktober 1944 onder constante dreiging leeft, blijft het dagelijks leven wel doorgaan. De aanslag op de iconische Antwerpse bioscoop blijkt een kantelpunt. Bioscopen, toneelhuizen en sportterreinen sluiten de deuren. Mensen maken steeds vaker gebruik van ondergrondse schuilplaatsen. Ouders moedigt men aan om hun kinderen naar het platteland over te brengen.
De aanval op cinema Rex is op 16 december 1944 niet de enige inslag. In de Minderbroederstraat maakt een V2 13 dodelijke slachtoffers. En in de Twee Netenstraat komen 71 mensen om nadat een appartementsgebouw vol wordt geraakt. Dat er op 16 december 1944 zo veel slachtoffers vallen, is geen toeval. Diezelfde dag start het Duitse leger namelijk met het Ardennenoffensief. Doelstelling nummer één is zo snel mogelijk Antwerpen opnieuw in te nemen, de geallieerde legers te splitsen en het gebruik van de haven te ontzeggen. Met de V-wapens wil nazi-Duitsland niet alleen de oprukkende Duitse legers strategisch ondersteunen maar ook de bevolking psychologisch terroriseren. Het signaal aan de geallieerden is niet mis te verstaan: de oorlog is nog niet gewonnen!
Georges Heylen, de eigenaar van cinema Rex, loopt op 16 december 1944 ook ernstige verwondingen op maar overleeft het drama. Hij blijft niet bij de pakken zitten en wil na het einde van de oorlog zo snel mogelijk zijn bioscoop heropenen. Hij slaagt er in de nodige materialen te bemachtigen voor een getrouwe heropbouw. Léon Stynen, de architect die het oorspronkelijke gebouw in 1935 tekende, ziet daar op toe. Op 12 maart 1947, bijna anderhalf jaar na het drama, opent de cinema opnieuw zijn deuren. De openingsfilm is 'The Lost Weekend' van Billy Wilder.
De Rex is terug hersteld, maar andere delen van de stad zijn tot puin herleid. Het herstel gaat moeilijk. Maar Antwerpen krabbelt terug recht na vier zware oorlogsjaren en de maandenlange bommenterreur.
Maria Simons, geboren in 1940, zag haar oudere zus Victoria als een moederfiguur. Tot vandaag komt haar overlijden op 16 december 1944 in cinema Rex erg hard aan: “Wij gingen nooit. Wij gingen al wel eens naar de cinema, maar niet naar de Rex. Want daar gingen wij zelfs niet voorbij. Ik zou er niet heen kunnen gaan. Het is ingebakken.” De fysieke schade is weliswaar hersteld, het persoonlijke leed is niet snel vergeten.
Wil je meer weten over de V-bommencampagne tegen Antwerpen en zijn inwoners? Lees hier verder of ontdek zelf het verhaal met de digitale wandeling.