De bevrijding van Antwerpen in 1944 brengt nog geen vrede. Gedurende een half jaar leven de Antwerpenaars onder de constante dreiging van de V-bommen. Die zaaien dood en vernieling over de stad. De op één na dodelijkste inslag vindt plaats op 27 november 1944 op de Teniersplaats.
Maandag 27 november 1944, iets voor 11 uur. Een V2-raket slaat in op het Hôtel Van de Werve aan de Lange Nieuwstraat. Aan de overzijde wordt ook het huis van De Dames van het Christelijk Onderwijs zwaar getroffen. Beide gebouwen worden met de grond gelijkgemaakt. Achttien mensen laten het leven. Toch staat de buurt diezelfde dag nog een grotere ramp te wachten. Een dik uur later, om 12u06, slaat 300 meter verder een tweede V2-raket in op de Teniersplaats. De gevolgen zijn catastrofaal. In de inferno komen 157 mensen om: 128 burgers en 29 militairen. Na de V2 op Cinema Rex die later dat jaar zou volgen, is dit de dodelijkste V-bominslag in Antwerpen.
“Het was verschrikkelijk”
Ooggetuigen beschrijven een vreselijk tafereel. Brandweerman Pierre Lepomme vertelt zijn verhaal in de documentaire ‘Bommen boven de Stad’ uit 2004. Hij beschrijft hoe de reizigers in tram 3 de hals wordt overgesneden door glasscherven. Tientallen mensen die staan te wachten om de Frankrijklei over te steken worden getroffen, vooral aan de benen. “Het was één hoop aangekleed vlees. Dat klinkt verschrikkelijk, maar zo ís het.” (zie onderstaand fragment vanaf 8:15)
Ook de dan 14-jarige Julien Mertens beschrijft een dramatisch tafereel. Dat doet hij in een brief aan Gazet van Antwerpen bij de 50-jarige herdenking van de V-bommen in 1994. Julien zit op 27 november 1944 in een voertuig dat margarine vervoert. Vlak bij de Teniersplaats houdt een lid van de militaire politie (M.P. ) het verkeer tegen. “Plots werd het volledig duister en voelden wij een geweldige luchtverplaatsing, gevolgd door een oorverdovende ontploffing. De voorruit vloog uit de traktor en toen de rook opklaarde, zag ik dat we allen onder het bloed zaten. Onze bestuurder was bewusteloos. Buiten een schram op zijn voorhoofd mankeerde hij echter niets. De begeleider Benoeike en ik waren ongedeerd. Het bloed was afkomstig van de gekwetsten, stervenden en doden die overal verspreid lagen. Ik ga u deze gruwelijkheden besparen. Het was verschrikkelijk.”
“We werden er vastgehouden tot omstreeks 15 u. Toen mochten wij terugkeren. Een zijwand van de aanhangwagen was ingedeukt. De lading margarine was totaal vernield. Aan de Noorderlaan deden M.P.’s ons stoppen. Er bleek een hand met bijhorende arm uit de zijkant van de aanhangwagen te bengelen. De M.P.’s stopten de ledematen in een lege Solodoos en vertrokken met hun jeep. Ik had een hele tijd nodig om op verhaal te komen en alvorens ik alles aan moeder kon vertellen. De schrik zat er voorgoed in.”
Ontsnapt aan de Holocaust, gestorven door de V2-inslag
Een van de mensen die de inslag vanop enige afstand meemaakt, is romanschrijver Hubert Lampo. Die verwerkt de gebeurtenis later in zijn roman ‘De komst van Joachim Stiller’. Ook aanwezig tijdens de ramp is Mayer Gulden. De man heeft dan al zijn vrouw en beide kinderen verloren. Ze worden in de nacht van 28 op 29 augustus 1942 opgepakt door de lokale politie van Deurne. Na hun deportatie naar Auschwitz worden ze daar begin september 1942 vermoord. Mayer ontsnapt aan dit lot omdat hij op dat ogenblik aan het werk is in Noord-Frankrijk als dwangarbeider voor de Operation Todt. Wanneer hij in oktober 1942 via de Dossinkazerne naar Duitsland wordt gevoerd, weet hij van de trein te springen. Hij geraakt terug in Deurne en leeft er gedurende de rest van de oorlog ondergedoken bij zijn buren. Maar de V2-inslag op de Teniersplaats wordt hem uiteindelijk ook fataal. Op 27 november 1944 sterft hij, als laatste lid van zijn gezin.
De 17-jarige Simone De Ceunynck is ook een van de voorbijgangers wanneer de V2-raket op de Teniersplaats valt. Ze raakt daarbij lichtgewond. Haar relaas is verwerkt in dit luisterfragment: