In de zomer van 1942 werden 1625 Antwerpse Joodse mannen verplicht tewerkgesteld in Noord-Frankrijk. Ze moesten er voor Organisation Todt werken aan grote bouwwerken zoals de Atlantikwall. Het onderzoeksproject Left Behind werpt een nieuw licht op dit minder bekende aspect van de Jodenvervolging.
Lange tijd dacht Gaby Morris dat haar opa Meshilem vanuit de Dossinkazerne was gedeporteerd naar Auschwitz. In 2015 ontdekte ze dat haar opa verplicht tewerkgesteld was. Nog enkele jaren later zorgde Left Behind voor antwoorden op Gaby’s vragen. Net als Meshilem moesten heel wat andere Antwerpse Joodse mannen verplicht gaan werken in Noord-Frankrijk.
Lijsten en statistieken, maar ook persoonlijke bronnen hielpen de onderzoekers een beeld te schetsen. Soms werden bronnen eerder toevallig ontdekt, zoals de vondst van joodse religieuze boeken tijdens een verbouwing. Left Behind geeft aan hoe groot de impact was van de verplichte tewerkstelling. In Antwerpen werd één op vier Joden hier rechtstreeks door getroffen: ze waren zelf arbeider of woonden samen met een echtgenoot, vader of broer die werd opgeëist voor Noord-Frankrijk. Bijna 75% van deze families werd gedeporteerd, tegenover 45% van alle Joodse families in België.
Op de website van Left Behind kan je drie verschillende soorten kaarten ontdekken:
- De algemene kaart toont de plekken die een rol speelden in deze geschiedenis.
- De tweede kaart geeft een beeld van een steekproef van de achtergebleven families in Antwerpen.
- En een derde reeks kaarten bevat de verhalen van vijf families. Telkens kan je het leven volgen van een bepaald familielid, van de geboorte tot de deportatie.