
In 1942 woont Mayer Gulden met zijn vrouw Pescha Bruches en 2 kinderen Dyna en Mozes in de De Berlaimontstraat 14 in Deurne-Noord. De lokale politie pakt de moeder en kinderen op in de nacht van 28 op 29 augustus 1942. De eerste dagen van september worden ze in Auschwitz vermoord. Mayer zelf ontsnapt en duikt met een andere Jood onder bij Emiel Acke en Valerie Duerinckx, zijn buren. Emiel en Valerie riskeren voor deze daad van verzet hun leven. Ze krijgen na de oorlog nooit enige erkenning.
De politieagenten die Pescha en haar kinderen oppakken, worden in januari 1944 zelf opgepakt door de bezetter. Een deel van het Deurnse politiekorps is na de Jodenrazzia’s toegetreden tot de verzetsorganisatie Witte Brigade. Er worden wapens verborgen gehouden In het politiekantoor van Deurne-Noord, gevestigd in het kasteel de Drie Torekens in de De Berlaimonstraat, rechtover het huis waar het gezin Gulden-Bruches heeft gewoond en waar Mayer ondergedoken zit. 43 agenten worden gedeporteerd, van wie er 35 omkomen in Duitse concentratiekampen.
Na de oorlog krijgt een aantal straten de namen van omgekomen agenten. In 2017 wordt op het Wim Saerensplein in Deurne een groot herdenkingsmonument opgericht voor de gedeporteerde politiemensen.
Bruno De Wever woont sedert 20 jaar in het kasteel de Drie Torekens, samen met 5 andere gezinnen. Een celdeur herinnert aan de politieagenten die er ooit kantoor hielden en de straat overstaken om Pescha en haar kinderen op te pakken. Sedert 2021 liggen er voor het huis waar ze woonden zogeheten ‘struikelstenen’ die hun droeve lot blijvend in herinnering brengen. Er ligt ook een steen voor Mayer. Hij overleeft de bezetting, maar komt toch nog om door oorlogsgeweld. Hij is slachtoffer van een V-bom die op 27 november 1944 de Teniersplaats treft.
Vertellingen
10/05/2025 11:00 |
10/05/2025 13:00 |
10/05/2025 15:00 |