Direct naar inhoud

Hoog contrast

Hoog contrast

De familie Schuyten verbergt Joden

familieportret

Familie Schuyten

Bij het onderzoek voor een paper voor het vak 'Christendom en Jodendom' in het kader van zijn licenties in de godsdienstwetenschappen (KU Leuven), ontdekte Jan Maes in 2005 een nog niet eerder bestudeerd netwerk van minstens vijftien gereformeerde protestanten uit de omgeving van Antwerpen en Leuven die minstens negenentwintig Joden hadden proberen te redden, waarvan er ook effectief minstens tweeëntwintig werden gered. Twee publicaties uit eenzelfde familie van omstanders, namelijk een later nog heel vaak door historici geciteerd oorlogsdagboek van de gepensioneerde protestantse intellectueel Médard Schuyten (dat reeds was uitgegeven in januari 1945) én een getuigenis van één van zijn kleindochters, Julia Sluys-Schuyten (opgetekend en gepubliceerd in 1999), had hij daarvoor als uitgangspunt gekozen. Na jarenlang onderzoek werden de resultaten in 2011 gepubliceerd als wetenschappelijk artikel.

Henri Schuyten was, in tegenstelling tot zijn vader als ouderling en lid van de kerkenraad, actief betrokken bij de werking van de gereformeerde kerk in de Sanderusstraat. Hij en zijn vader hadden zich kort na de Eerste Wereldoorlog tot het gereformeerde protestantisme bekeerd. Henri zette zich voor de oorlog ook in voor de zogenaamde 'Jodenzending' waarbij gereformeerden probeerden Joden ertoe te brengen om Jezus als de Messias aan te nemen. Ook zijn dominee Herman-Jan Winter was daarbij betrokken. Henri en zijn vrouw ontvingen dan ook vóór de oorlog wekelijks Joodse vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk en raakten met hen goed bevriend. Volgens zijn zoon René lag dat ook in de lijn van de verwachtingen omdat zijn vader een hart had voor de vele slachtoffers van deze wereld. In juli 1939 zou hij als bureeloverste voor de Kaaien en Hangars in de haven van Antwerpen zorgen dat het oude schip Dora - met aan boord zo’n 470 Joodse pioniers van de Joodse zionistische jeugdbeweging Hechalutz - ondanks het veel te grote aantal passagiers, toch kon vertrekken naar het toenmalige Britse mandaatgebied Palestina. Achteraf beschouwd heeft hij daardoor vele Joden het leven gered. Woorden wekken, maar voorbeelden trekken!

Ook zijn intussen volwassen kinderen leerden op die manier Joden kennen. Vanaf de zomer van 1942 verborgen Henri en zijn vrouw verscheidene Joden in hun woning in de Speerstraat 27 op het Kiel. Tijdens de oorlog zou hun nog ongehuwde, deels thuis inwonende, als hoofdverpleegster ook deels in het Stuivenberg wonende, oudste dochter Jeanne maandenlang een Joodse man verbergen in het ziekenhuis. Zijn erg bijbelvaste, uit Nederland afkomstige schoonzoon en succesvolle ondernemer Klaas Sluys, die net als zijn schoonvader ook lid was van de kerkenraad, werd eveneens actief binnen de Jodenzending. Het mag dus niet verbazen dat ook hij met zijn vrouw Julia Joden verborg in hun ruime woning Withof in de Heuvelstraat 3 in Boechout. Klaas zou ook het brein en de coördinator van dat informele netwerk van gereformeerde redders worden. Hij betaalde er ook een prijs voor toen de Gestapo op Withof binnenviel in de nacht van 30 op 31 januari 1943 en er vijf Joden en hemzelf arresteerden. Zijn vrouw Julia slaagde erin om een Joods meisje te redden.

Voordien had ook de trouwlustige René Schuyten zijn aanstaande bruid Nelly overgehaald om Joden te verbergen in hun huurhuis in de Leopold III-lei 11 in Edegem. Na de arrestatie van Klaas nam René de coördinatie van het netwerk over. Klaas had nog meer gereformeerden kunnen overhalen om Joden te verbergen, zoals de echtparen Door en Philomena Hendrickx-Coenen in de Drie Eikenstraat 59 in Edegem en Charles en Yvonne Hendrickx-Noë in in de Lentelei 35 in Edegem. René trok zijn gereformeerde vriendenpaar John en Lea Polderman-De Vis uit de Hovesteenweg in Boechout ook over de streep. Toen Klaas was opgepakt, boden ook Henri en Truus Rooze-van Buuren uit Korbeek-Lo zich aan om het Joodse meisje verder te verbergen.

Ook dominee Winter en zijn vrouw Hendirka Van der Burg verborgen Joden in de Transvaalstraat 29 te Antwerpen. Omdat Winter bekend stond als hevige anti-nazi en er van verdacht werd Joden te verbergen in de kerk, werden hij en de kerk in de Sanderusstraat 77 een tijdlang bespioneerd door het Boechoutse lid van de Sicherheitspolizei-Sicherheitsdienst (Sipo-SD) Emiel “Willy” Wyndaele. Winter was ook betrokken bij het bezorgen van valse passen.

Henri Schuyten zou vanaf januari 1944 nog toetreden tot het inlichtingennetwerk Jean. De door de Sipo-SD opgepakte Klaas Sluys, Charles en Door Hendrickx overleefden hun gevangenschap. Van de negenentwintig ondergedoken personen die we konden identificeren, zat niemand vóór de Duitse inval in de Jodenzending om zich te bekeren: Sylvie Reichman (°1939) uit de Plantin en Moretuslei 86, haar grootmoeder Dobe Grunspan-Thaler (°1885) uit de Lamorinièrestraat 169, Markus Finkel (°1894) en de blinde Laura Einig (°1888) en hun kinderen Gottfried (°1922) en Selma (°1923) uit de Lange Leemstraat 413, Chana Kron-Hönig (°1898) uit de Statiestraat 124 in Berchem, Igo Gross (°1897) en Rosl Berlstein (°1901) uit de Isabellelei 24 en vervolgens de Haachtstesteenweg 406 in Schaarbeek, de uit Nederland gevluchte Sigmund Hönig (°1896) en Rosa zijn vrouw Gross (°1899), hun dochters Lily (°1923) en Edith (°1926) en diens verloofde Heinz Schindler (°1921), Jonas Polak (°1948), Josephine “Jopie” van Engel (°1935), Sofie Vlessing (°1922), Fernand Wesley (°1903) en zijn vrouw Marianne Velleman (1908), Léon Oppenheimer (°1933) en Adèle Oppenheimer (°1933) en hun oom. Diegenen die jammer genoeg werden opgepakt bij Klaas Sluys of bij Charles Hendrickx en die het niet overleefden waren Myriam Grosz-Reichman (°1902) en haar kinderen Paula (°1926), Alex (°1943) en Annie (°1929) uit de Lange Leemstraat 413, Hersz Nadel (°1898) uit de Provinciestraat 226 en de eveneens uit Nederland gevluchte Sophia Bremer-Bremer (°1919) en haar dochtertje Karin (°1941).

Voor de vele Joodse mannen, vrouwen en kinderen die de Shoah niet overleefden: “Ik zal hun in Mijn huis en binnen Mijn muren een plaats en naam geven.” Jesaja 56,5a (en ook de boodschap van Yad Vashem)

Jan Maes, “Die Joden zijn bij mij per toeval gevonden.” Hoe protestanten Joden redden in de omgeving van Antwerpen en Leuven (1942–1944), in Bijdragen tot de Eigentijdse Herinnering, n° 10 (2011) 271-317. https://journals.openedition.org/cmc/493.

 

Waar: Sanderusstraat 77, 2018 Antwerpen

Vertellingen

06/05/2023 10:00

Cookies opgeslagen