Leopold Claessens, 21 jaar
Als politiek gevangene werd Leopold Claessens ingezet bij het maken van de V-bommen die inslaan op Antwerpen.
Bommenmakers als slachtoffers
In 1943 ontdekken en bombarderen de geallieerden de test- en productiesite van V-bommen in het noorden van Duitsland. Daarop besluit de nazitop om zoveel mogelijk ondergronds te gaan produceren. Nabij het stadje Nordhausen in Midden-Duitsland ligt een heuvel met een ondergronds gangencomplex. Tussen augustus 1943 en maart 1945 voeren de nazi's ongeveer 60.000 dwangarbeiders aan. Zo'n 2600 van hen zijn Belgen, onder wie meer dan 100 Antwerpenaren. Ze moeten het gangencomplex uitbreiden en aan de lopende band bomen produceren. Het ondergrondse concentratiekamp krijgt de codenaam Dora. Minstens 20.000 gedeporteeden overleven Dora niet. Onder de doden minstens 1241 Belgen.
Leopold (rechts) in april 1945, na de bevrijding van het concentratiekamp Bergen-Belsen.
De werking van een V-bom
Een nieuw begin?
Na de Duitse capitulatie komt de heropbouw van de stad stilletjes op gang. Meer dan 6000 huizen zijn vernield. Nog eens 15.000 woningen zijn ernstig beschadigd. De kaalslag die de V-bommen veroorzaakt hebben, zal nog decennialang zijn sporen nalaten in het straatbeeld. Ook vandaag zie je de impact nog in vele straten.
Er is lang weinig publieke aandacht voor de burgerslachtoffers van de V-bommen. Gedenkplaten of monumenten die herinneren aan de V-bommen zijn er nauwelijks. Ook van psychologische bijstand is er nauwelijks sprake. Veel Antwerpenaren leven in stilte verder met hun verdriet en trauma's.